JOS WESSELS (1921) In zijn huiskamer in Zeewolde zijn het kleine zaken die herinneren aan die tijd. Een plank vol boeken over de Tweede Wereldoorlog in 'de Oost', een foto van de jonge Jos Wessels op een motor en een aandenken aan het KNIL-regiment waarin hij vocht. Wessels was nog maar net soldaat toen Japan zijn moederland binnenviel. "De Japanse militairen probeerden de Indische militairen te intimideren en schrik aan te jagen. Je verzetten werd hard afgestraft in het krijgsgevangenenkamp." Dwangarbeider aan de Birmaspoorlijn "De kampen werden afgeschermd met drie meter prikkeldraad. Achter het prikkeldraad waren gevlochten matten geplaatst. Zo kon je van binnen niet naar buiten kijken en vice versa. Je was afgesloten van alles." Jos Wessels is oud-krijgsgevangene en hij vertelt over de tijd dat hij gevangen werd gehouden door de Japanners. Toen Japan begin 1942 Nederlands-Indië binnenviel en bezette, was Jos Wessels militair in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). De Japanse bezetter zette Wessels meteen vast in een krijgsgevangenenkamp. Na een paar weken gevangenschap verscheen er een vrachtwagen bij het kamp. Daar moesten Wessels en de andere krijgsgevangenen in. Men had geen idee waar ze naartoe gingen. Eenmaal aangekomen in de haven en aan boord van een schip, had Jos Wessels geen flauw vermoeden wat hem te wachten stond. Tijdens de boottocht werden de verschrikkingen van de oorlog al wel duidelijk. Aan boord stierven mensen door honger en ziekte. Het schip meerde af in de haven van Singapore en Wessel werd vervolgens op transport gesteld naar Thailand. Maar hij blijft in het ongewisse. Wat waren de Japanners met de krijgsgevangenen van plan?
Uitbreidingsdrift van Japan Het oude keizerrijk Japan wilde één grote Aziatische wereldmacht stichten. Sinds het einde van de 19e eeuw viel Japan omliggende landen aan om zelf groter te worden. Delen van China, Filipijnen, Indochina (Laos, Cambodja, Vietnam), Thailand en Birma zijn bezet door de Japanners. In 1942 valt Japan Nederlands-Indië aan. Op 8 maart 1942 capituleerde het Nederlandse gezag. De Dodenspoorlijn De Japanners hadden Thailand en Birma, het huidige Myanmar, ook bezet. Om goederen en personen snel te verplaatsen moest er een spoorlijn tussen de beide landen komen; de Birmaspoorweg. Een spoorlijn van 415 kilometer door de jungle en over bergen, die de geschiedenisboeken ingaat als de Dodenspoorlijn. Dagelijks stierven 75 dwangarbeiders bij de aanleg. In totaal lieten 15.000 arbeiders het leven, waaronder 3.000 Nederlanders. En een van de Nederlanders die daar te werk werd gesteld is de nu Zeewoldenaar Jos Wessels. Het was zwaar en eentonig werk, herinnert Wessels zich. "Aan de ene kant moest je zand scheppen in een mandje. Dat moest je dan doorgeven en zo gaat dat dan naar boven. Daarmee werd een talud gemaakt." Op dat zandbed werden de spoorbielzen geplaatst en daarop werd de rails bevestigd. Met trots vertelt Wessels over kleine sabotageacties. "Als de Japanse bewaking weg was, dan duwden we verrotte takken in het zand. Het gevolg was dat na jaren de spoorbaan golfde." Aan het werken aan het spoor leek geen einde te komen. Totdat een krijgsgevangen gemaakte officier alle andere krijgsgevangen bijeen riep. Dat moment heeft Wessels nog helder voor ogen. "The war is over", riep de officier. Wessels kon het niet geloven. "The war is over!" De Verenigde Staten hadden twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki gegooid. Na de capitulatie van Duitsland in mei 1945, capituleerde Japan op 15 augustus 1945. Daarmee kwam een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Azië, en dus ook in Nederlands-Indië. Terug naar Indië De jungle van Birma werd verlaten en in Bangkok was een opvangkamp ingericht. Daar werden de voormalig krijgsgevangenen medisch onderzocht. Na goedkeuring mochten de voormalig krijgsgevangenen terug naar huis in Nederlands-Indië. Maar het moederland was compleet veranderd en heette ineens Indonesië. Ingenieur Soekarno zag het vertrek van de Japanners uit zijn land als een mogelijkheid om van kolonisator Nederland af te komen. Tijdens de Japanse bezetting maakte hij plannen om de Nederlandse overheersing te stoppen. Twee dagen na de capitulatie van Japan, riep Soekarno de onafhankelijkheid van de republiek Indonesië uit. In een bloedige strijd vielen Indonesiërs alles aan wat westers was. Nederlanders in Indonesië waren hun leven niet zeker. De Nederlandse regering in Den Haag accepteerde dit niet. De teruggekeerde KNIL-militair Jos Wessels moest meteen in het geweer komen en belandde in een nieuw gevecht; de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. De periode waarin de Indonesiërs streden voor hun onafhankelijkheid is voor Jos Wessels een emotioneel onderwerp om over te praten. "Soekarno had zijn bevolking opgestookt om met spitste bamboes de kampen in te gaan. Er werd misbruik gemaakt, verkracht. Ze werden in putten gegooid achter hun huis en met ongebluste kalk bestrooid. Om ze onherkenbaar te maken. De smerigste dingen hebben ze uitgevoerd!" Politionele acties Koning Wilhelmina zag er niks in om Indonesië onafhankelijk te verklaren. Het leger werd vanuit Nederland naar Indonesië gestuurd om daar de gemoederen te bedaren. Hoewel het leger werd gestuurd, zag Nederland dit niet als oorlog. Ze beschouwden het als een politie-inzet en het militaire optreden werd daarom een 'politionele actie' genoemd. Onder druk van onder meer de Verenigde Staten ging Nederland toch overstag. Een jaar nadat Juliana koningin was geworden, werd Indonesië in 1949 onafhankelijk. Jaren later werd duidelijk dat ook Nederlandse soldaten zich in Indonesië gewelddadig hebben gedragen. Naar schatting zijn in de dekolonisatie-oorlog meer dan 97.000 Indonesiërs omgekomen. Het aantal omgekomen Nederlandse militairen in deze periode is 4700. Hoeveel Nederlandse burgerdoden zijn gevallen, is ook niet helemaal duidelijk. Mogelijk loop dat aantal op tot over de 5.000. In het jaar 2020 bood koning Willem-Alexander excuses aan voor het geweld tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië.