Veteranen verhalen
uit de NW-Veluwe
Welkom Veteranen op alfabetische volgorde Veteranen op woonplaats Afghanistan Albanië Bosnië Indonesië Korea Kroatië Libanon Macedonië Nieuw-Guinea

Klik op een foto voor een uitvergroting

▲▲▲▲

Welkom Veteranen op alfabetische volgorde Veteranen op woonplaats Afghanistan Albanië Bosnië Indonesië Korea Kroatië Libanon Macedonië Nieuw-Guinea
CEES VAN ESSEN (1942-2012)

Cees van Essen werd in 1961 onverwachts bij zijn commandant geroepen die hem meedeelde dat hij als enige van zijn peloton zou worden uitgezonden naar Nieuw-Guinea. Hij kreeg nog snel een korte cursus speedbootvaren in de Biesbosch en mocht met een DC8 naar Biak vertrekken. Cees had er geen problemen mee, hij wilde toch altijd wat van de wereld zien! Hij was opgeleid als vrachtwagenchauffeur en een tekort aan chauffeurs was blijkbaar de reden voor zijn uitzending.

Bestemming werd het eiland Jefman, nabij Sorong, Vogelkop. De eerste nachten weet Cees zich goed te herinneren. Hij liep wacht bij de opslag van benzine en olie en door de afkoeling ’s nachts maakten de vaten af en toe een flinke knal. Dat was voor de nieuwkomers een grote schrik. Voor de meer ervaren collega’s een reden tot hilariteit. Van Essen werd chauffeur op een ‘dikke Daf’ en deed vanwege het tekort aan chauffeurs veel dienst. Er moesten voorraden worden opgehaald van Sorong en de chauffeur was daarvoor de aangewezen persoon. Dat leverde het voordeel op dat hij aan boord van de marineschepen af en toe een Hollandse hap kreeg toegeschoven. Voor het laden en lossen ging een groepje Papoea’s mee.

Van Essen ging in eerste instantie voor één jaar weg, maar kreeg aan het einde van zijn looptijd te horen dat hij een verlenging kreeg van zes maanden. Collega’s die al op het vliegveld van Biak waren voor de terugreis naar Holland kregen, vanwege de toenemende spanningen, eveneens de opdracht terug te keren naar hun post. Indonesië voerde de druk op door parachutisten te droppen in de jungle van Nieuw-Guinea en hierdoor werd alle militaire capaciteit gemobiliseerd.

De eerste tijd was het rustig, weet Van Essen nog, maar later werd dat echt anders. De Papoea’s die in het gebied woonden, sloegen onmiddellijk alarm als er parachutisten werden gedropt en gingen er samen met de Nederlanders op uit om ze gevangen te nemen. Dat ging niet zonder slag of stoot want de Indonesische para’s gaven zich niet vanzelfsprekend over. Overigens dachten die dat ze als bevrijders door de Papoea’s zouden worden ingehaald en dat viel tegen. Ook verdwaalden ze soms in de jungle en dat betekende bijna altijd een zekere dood. Zelfs voor goed getrainde militairen was het moeilijk te overleven. Om die reden maakten de Nederlanders ook altijd gebruik van de P.V.K., het Papoea Vrijwilligers Korps, inheemse vrijwilligers die met de Nederlanders samenwerkten. Die wisten feilloos de weg in de uitgestrekte bossen en wisten door hun kennis vluchtelingen en tegenstanders op te sporen.

Op de basis van Jefman werden nogal wat Indonesiërs als krijgsgevangene vastgehouden. Een gewapend treffen tussen infiltranten en de eenheid van Van Essen liep uit op de dood van twee Nederlandse militairen, een zware slag voor de gemeenschap daar. Ze werden in Sorong begraven, maar zijn later overgebracht naar Nederland. De aanwezige militairen hoorden weinig van de internationale spanningen die rond het eiland ontstond, maar in de loop van 1962 werd wel duidelijk dat Nederland het eiland zou moeten overdragen aan Indonesië. Vanaf dat moment ging de aandacht meer uit naar het lijfsbehoud en het realiseren van de overdracht. De munitie werd afgeschoten of onklaar gemaakt en overige voorraden werden achtergelaten. Bij zijn vertrek liet Van Essen zijn truck achter op de steiger, hij weet niet wat er mee gebeurd is.

Achteraf gezien heeft hij er een goede tijd gehad, maar is hij toch ook getraumatiseerd terug gekomen. Dat is overigens pas in 2006 geconstateerd toen hij vanwege medische problemen werd opgenomen in een militair revalidatiecentrum in Doorn. Hij bleek nog veel onrust in zijn lijf te hebben die kon worden teruggevoerd op zijn periode in Nieuw-Guinea. Dit onderzoek heeft mede geleid tot de toekenning van een klein pensioen, vanwege de uitzending en de ervaringen die hij heeft gehad en dat doet goed. ‘Wij kregen in die tijd één gulden per dag, en dat kreeg je pas als je terug kwam in Nederland. Daar werd je niet veel wijzer van. Ook heeft het mij mijn eerste huwelijk gekost,’ zegt Cees van Essen. ‘Terug in Nederland kon ik moeilijk wennen in mijn oude werk. Ik was onrustig, kon niet meer onder een baas werken en maar ook moeilijk thuis zijn. Dat gaf spanningen en uiteindelijk heeft dat geresulteerd in een echtscheiding. Ook mijn bedrijf ging op de fles en dan is het moeilijk het hoofd boven water te houden. Uiteindelijk ben ik in de horeca aan de slag gegaan en ben ik later als burger bij defensie aan het werk gekomen. Daarna ging het gelukkig ook weer beter.’

‘Er was altijd spanning tussen de militairen van de marine en die van de landmacht,’ weet van Essen. ‘Dat heeft eens geleid tot een grote vechtpartij in het Protestants Militair Tehuis. De volgende dag moest ik me melden bij de commandant, die het bij een donderpreek liet, en liet doorschemeren dat we ons ten opzichte van de marine zeker niet moesten laten kennen. Maar er waren ook mindere momenten. Ooit bezocht ik met de aalmoezenier een leprozenkolonie in de buurt van Sorong en de aanblik daarvan ben ik eigenlijk nooit vergeten. Dan ben je toch maar een kleine jongen als je daar ineens tussen staat. Ons onderdeel was zo´n beetje het laatste dat uit Nieuw Guinea vertrok en wij droegen onze post over aan VN- militairen uit Pakistan, die een overgangsbewind vormden. Dezelfde avond liep dat al uit op een flink conflict met de Papoea´s, omdat ze zich aan hun vrouwen en meisjes vergrepen. Voor de bevolking zal het er niet beter op zijn geworden!


Overlijdensbericht Cees van Essen   22-04-2012